Twee misvattingen over boosheid en opvoeden.

 

Boosheid erkennen en uiten in plaats van weg te stoppen of te gebruiken om je kind ‘op te voeden’.

‘Positive Discipline’ is een manier van opvoeden waarbij op geen enkele manier gebruik wordt gemaakt van straf, verwijten, dreigementen, beschuldigingen, of boete doen.
En trouwens, ook niet van belonen, toegeven en prijzen.
Ook zonder dit soort middelen is het wel degelijk mogelijk om ondersteunend leiding te geven op een daadkrachtige en tegelijkertijd vriendelijke, respectvolle manier.
Als mensen net beginnen met deze manier van opvoeden merk ik vaak veel verwarring over boosheid. Hieronder de meest voorkomende misvattingen.

Misvatting 1: “Boosheid is nodig om een kind te leren dat hij te ver is gegaan”.

Ik hoor regelmatig “Maar wat is er nou eigenlijk mis met boos worden. Mijn kind moet toch weten dat sommige dingen echt niet kunnen?!”

Ja, het klopt inderdaad dat je onacceptabel gedrag in veel gevallen niet zomaar kunt laten gaan in de hoop dat je kind het ooit vanzelf zal leren. Hij heeft grenzen nodig om te leren. Hij mag zijn zusje niet slaan, jou niet schoppen of voor rotte vis uitmaken enz.
De misvatting is dat jij meer indruk maakt als je boos wordt en hij dus sneller zal leren het onacceptabele gedrag achterwege te laten.  Dat is niet zo. Boosheid roept een stressreactie (vechten, vluchten of bevriezen) op, en blokkeert juist samenwerken en leren. Je hebt veel meer invloed als je een grens stelt op een vriendelijke maar daadkrachtige manier zonder boosheid.

  • op vriendelijke en daadkrachtige toon: “Ho! Stop! We slaan elkaar niet; welke woorden kun je gebruiken om te vertellen waar je zo boos om bent.”
  • Of: “Ho! Stop we slaan elkaar niet; wil je je agressie eruit gooien op de trampoline of helpt het je meer om even een muziekje te luisteren op je kamer? We bespreken straks als we gekalmeerd zijn hoe we dit kunnen oplossen”.

Kinderen willen niet schoppen, slaan of op een andere manier over de schreef gaan; het lukt hen gewoon nog niet om het anders te doen. Ze leren een andere manier als ze voelen dat ze ertoe doen, jij helpt om die weg te vinden en door consequent te oefenen met het wenselijke gedrag.

Betekent dit dat je nooit boos mag worden?

Misvatting 2:  je ten doel stellen om niet meer boos te worden.

Boosheid is een natuurlijke reactie als iets niet gaat zoals je graag zou willen. Boosheid zal er van tijd tot tijd dus gewoon zijn. Niet goed, niet slecht; het is er gewoon. Boosheid hoort bij het leven. Als kinderen jouw boosheid zien, ervaren ze wat hun gedrag oproept bij anderen. Waar het om gaat is dat je erkent en accepteert dat je boos bent en vervolgens stappen neemt om te kalmeren voordat je tot actie overgaat, in plaats van je boosheid te gebruiken om “op te voeden”.
Ik bedoel dit niet als vrijbrief om lekker uit je dak te mogen gaan. Realiseer je dat het heel bedreigend kan zijn voor een kind als jij heel boos wordt.
Wat ik wil zeggen is dat je niet vriendelijk hoeft te glimlachen en hoeft te doen alsof je niet boos bent als je eigenlijk van binnen ontploft. Dat werkt niet. Zeker sensitieve kinderen voelen haarfijn aan dat je wel boos bent en het maakt de zaak alleen maar onduidelijk. Beter is om je boosheid te benoemen en (met mate) te laten zien en je vervolgens bewust te richten op wat jou helpt om te kalmeren i.p.v. een toneelstukje op te voeren. Als je gekalmeerd bent en je rationele brein weer functioneert kun je bepalen op welke manier je de situatie wilt aanpakken.

Tips en valkuilen.                                                                                                                                                                                                                                                                                

Een valkuil waar ik zelf in ben gestapt, en die ik bij veel starters zie gebeuren als ze besluiten positief te gaan opvoeden, is dat ze te toegeeflijk worden. Ze willen niet meer vanuit hun boosheid afdwingen, maar weten nog niet goed hoe ze op een andere manier grenzen kunnen stellen. Realiseer je dat grenzen stellen van belang is en dat dat echt ALTIJD op een daadkrachtige en toch vriendelijke, respectvolle manier kan. Alleen vergt het soms wat meer creativiteit en impulsbeheersing dan we op sommige momenten in huis hebben. ‘So be it’, al doende leert men.

Wie hier meer over wil lezen verwijs ik naar Nelsen, J. (1981) ‘Positive Discipline’ The classic guide to helping children develop self-discipline, responsibility, cooperation, and problem solving skills.

Bron: Drs. Marieke van der Zee https://buromare.nl          

 

Scroll naar boven